DeutschEnglishFrançaisNederlands

//set your background image

Meerjarige bloemrand langs grasland in Huijbergen (foto: Wim Dimmers)

Wat kunnen agrariërs en hun koepelorganisaties doen? 

De opgave

Het gaat niet goed met onze wilde bestuivende insecten (wilde bijen, zweefvliegen en vlinders). Veel mensen nemen het initiatief om deze insecten te helpen. Lokale maatregelen alleen zijn hiervoor niet voldoende. Er zijn samenhangende maatregelen in een groter gebied nodig, zodat er een geschikt landschap voor bestuivers ontstaat: een Bijenlandschap.

Agrariërs kunnen een belangrijke bijdrage aan leveren met bloemrijker grasland en randen, onderhoud van houtwallen en minder gebruik van chemische middelen.

Download de brochure voor offline gebruik:
Wat kunnen agrariërs en hun koepelorganisaties doen?
(pdf, 587 KB)

Voordelen voor agrariërs

  • Een mooier boerenland, meer waardering door omwonenden en recreanten;

  • Invulling van natuurinclusief en maatschappelijk verantwoord werken;

  • Meer natuurlijke vijanden van plaaginsecten op uw bedrijf: zweefvliegen onderdrukken plagen van bladluizen;

  • Meer bodemleven en een vitalere bodem;

  • Een hogere kwaliteit fruit door betere bestuiving; - Gezondere koeien, aanwijzingen voor een hogere kwaliteit melk.

Samenwerken is effectiever 

Niemand kan in zijn eentje het landschap veranderen in een Bijenlandschap. Hiervoor is samenwerking tussen meerdere partijen nodig: overheden, agrariërs, maatschappelijke organisaties en burgers. Vaak is het een proces van vallen en opstaan. Door samen te werken kan er van elkaar worden geleerd en sluiten maatregelen beter op elkaar aan.

Illustratie: Natasha Sena - Clasp Visuals

Wat kunnen boeren en boerenorganisaties doen?

Deelnemen aan een lokaal bijeninitiatief of een regionaal netwerk voor bijen/bestuivers
Het ‘boerenland’ beslaat een flink deel van het Nederlandse landschap. Agrariërs kunnen daarom een groot verschil maken voor wilde bestuivers en zijn daarom onmisbaar in een dergelijk initiatief.

Kennis delen, maatregelen helpen uitvoeren
Veel agrariërs hebben de kennis en benodigd materieel in huis om prachtige bloemen- randen aan te leggen. Hiermee kunnen ze anderen in het landschapsnetwerk helpen. Andere partners kunnen zich dan focussen op andere zaken.

Maatregelen die agrariërs kunnen nemen

  • Vorm waar mogelijk randen en overhoekjes van percelen om naar kruidenrijke randen. - Kies een mengsel van inheemse soorten; daar zijn onze bestuivers op aangepast. - Kies meerjarig kruidenmengsels. Deze ontwikkelen zich beter dan éénjarige mengsels. Dat betekent minder onderhoud en minder (bij)zaaien.
  • Kies op uw erf voor inheemse bomen, struiken en bloemen.
    - Kies planten met verschillende bloeitijden - Kies struiken met holle stengels waar bijen in kunnen nestelen
    - Zorg dat bloemen kunnen bloeien; maai of snoei niet alle bloemen op hetzelfde moment weg.
  • Maai slootkanten en schoon sloten niet volledig maar laat liefst zo’n 30% van de vegetatie in de winter staan. Wilde bestuivers kunnen hierin hun eitjes leggen en overwinteren. 
  • Gooi bij het schonen van sloten het slib niet op de oevers; de oevervegetatie verruigt hierdoor en wordt daardoor minder bloemrijk.
  • Wees terughoudend met het toestaan of plaatsen van bijenkasten. Wees u ervan bewust dat honingbijen concurreren met wilde bestuivers om het schaarse voedsel in het landschap. 

Extra maatregelen die melkveehouders kunnen nemen

  • Zaai grasland in met een kruidenrijk gras- mengsel. Bestuivers kunnen er dan voedsel vinden. Bovendien is kruidenrijk grasland gezond voor de koeien.
  • Gebruik stalmest in plaats van kunstmest. Hierdoor wordt het grasland kruidenrijker en de bodem luchtiger. Dit is gunstig voor bijen die in de bodem hun nestgangen maken.

Extra maatregelen die akkerbouwers kunnen nemen

  • Gebruik zo min mogelijk gewasbeschermings- middelen. Deze tasten het oriëntatievermogen van bestuivers aan waardoor ze minder overlevingskansen hebben.
  • Gebruik zo min mogelijk insecticiden. Deze doden niet alleen plaaginsecten, maar óók hun natuurlijke vijanden zoals zweefvliegen (effectieve bladluisbestrijders). U wordt zo steeds afhankelijker van het gebruik van deze middelen.
  • Laat een deel van bloemrijke strook of van het gewas staan. Hierdoor blijft er een bron- populatie aanwezig van plaag-onderdruk- kende insecten.

Extra maatregelen die fruit- en boomtelers kunnen nemen

  • Gebruik zo min mogelijk gewasbeschermingsmiddelen. Deze middelen tasten onder andere het oriëntatievermogen van bestuivers aan waardoor ze minder overlevingskansen hebben.
  • Gebruik zo min mogelijk insecticiden. Deze doden niet alleen plaaginsecten, maar óók hun natuurlijke vijanden zoals zweefvliegen (effectieve bladluisbestrijders). U wordt zo steeds afhankelijker van het gebruik van deze middelen.
  • Zorg voor windsingels met meerdere bomen en struiken. Deze bieden zowel voedsel als nestgelegenheid voor bestuivers. Laat wat dood hout staan als aantrekkelijke nestelplek.
Perennial flower border at a sugar beet field, partly cut down

Meerjarige bloemrand bij suikerbieten, voor de helft gemaaid (foto: Wim Dimmers) 

Flower border in an apple orchard

Bloemrand bij appelteelt (foto: Wim Dimmers)

Flower border in a pear orchard

Bloemrand tussen perenteelt (foto: Wim Dimmers)

Flower border at a brown bean field in bloom for the first time

Eerstejaars bloemrand bij bruine bonen teelt (foto: Wim Dimmers)

Concrete activiteiten

In de Routekaart Bijenlandschap zijn op verschillende vlakken succesfactoren benoemd voor de ontwikkeling van een Bijenlandschap. Een succesfactor is ook dat een Bijenlandschap zich op deze verschillende vlakken evenwichtig ontwikkelt. Agrariërs en koepelorganisaties kunnen denken aan onderstaande activiteiten. Activiteiten die alleen voor koepelorganisaties van toepassing zijn, zijn aangegeven met een *.

Sociaal netwerk

  • Doe mee met een lokaal of regionaal bijeninitiatief;
  • Probeer het bijeninitiatief te versterken door andere boeren of organisaties hierbij te betrekken (bijvoorbeeld de ANV);
  • Zoek naar/pleit voor een sleutelfiguur die het netwerk organiseert en mensen verbindt;
  • * Zoek naar financiering bij provincie, gemeente en waterschap om maatregelen en samenwerking mogelijk te maken;
  • * Maak en onderhoud contacten met gelijk- gestemden bij andere bedrijven en organisaties.

Inspiratie en leren

  • Start klein; elke bloemenstrook die u aanlegt kan anderen inspireren.
  • Experimenteer met verschillende maatregelen.
  • Laat de maatregelen zien die u heeft genomen. Vertel geïnteresseerden waarom u dit doet.
  • * Draag activiteiten van (agrariërs in) het Bijenlandschap uit via websites, nieuwsbrieven en sociale media;
  • * Stimuleer uitwisseling van kennis en ervaringen tussen agrariërs. 

Ecologisch netwerk

  • Maak grasland en akkers zo kruidenrijk mogelijk, zodat het voedsel biedt aan bestuivers. De aanpassing van het beheer is hierbij al vaak voldoende. Wanneer u grasland opnieuw inzaait, gebruik dan een kruidenrijk grasmengsel;
  • Kies bij het inzaaien van bloemrijke stroken voor meerjarige inheemse bloemenmengsels; - Zorg voor nestgelegenheid voor bestuivers:
    - bovengronds: planten en struiken met holle stengels, zoals braam.
     - ondergronds: zandige open plekken in en rond de percelen waar solitaire bijen- soorten een nestgang kunnen graven. Een nest levert alleen jonge bijen op wanneer de bodem niet jaarlijks omgeploegd of erg verstoord wordt.
  • Zorg dat bestuivers de afstanden tussen bloemrijke plekken op uw bedrijf kunnen overbruggen. Bedenk hierbij dat veel wilde bijensoorten al moeite hebben om een afstand van 100 meter te overbruggen.
  • * Ga na welke landschapselementen in uw gebied belangrijk voor bestuivers zijn en waar kansen op landschapsschaal liggen? Vraag bijvoorbeeld advies aan een bijenexpert;
  • * Maak met het Bijenlandschap een plan voor monitoring van de aanleg en onderhoud van de maatregelen en van hun effect op de bestuivers.

Kosten meerwaarde

  • Bewoners en recreanten waarderen een bloemrijk boerenland. Dit biedt kansen voor een verbreding van uw agrarisch bedrijf;
  • Een succesvolle samenwerking met anderen in een Bijenlandschap geeft energie en versterkt onderlinge relaties;
  • * Maak een sleutelfiguur uit de eigen organisatie vrij voor het landschapsnetwerk;
  • * Maak financiering vrij voor het landschapsnetwerk en/of stimuleer dat anderen dat doen;
  • * Evalueer de effectiviteit van getroffen maatregelen in het Bijenlandschap, de kosten- efficiëntie, het draagvlak voor de maatregelen en de meerwaarde die is ontstaan.

Hoe te beginnen?

Voor agrariërs en sectororganisaties die werk willen maken van een Bijenlandschap is er een Routekaart Bijenlandschap en een bijbehorende handleiding ontwikkeld. Ook kunt u de Kaartenset Routekaart Bijenlandschap opvragen, waarmee u interactief met anderen met de routekaart aan de slag kunt (zolang de voorraad strekt).

Deel deze pagina op